Isaac Newton bemerkte toen hij zonlicht door een smal gleufje door een glazen prisma liet schijnen, dat de lichtbundel werd opgesplitst in kleuren. Deze kleuren liet hij op een vlak schijnen en hij bemerkte een projectie van een specifieke kleurvolgorde. Die volgorde van kleuren gaf hij de naam "het kleurenspectrum of lichtspectrum", in het begin ook wel het "zonnespectrum" genoemd.

De opeenvolging van de kleuren gaat als volgt: rood; oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet.

De reden van deze volgorde is doordat iedere straal kleur een andere golflengte heeft. De ene kleur heeft een langere golflengte dan de andere. Elke golflengte breekt onder een andere hoek zodat de golflengtes naar hun lengte worden opgesplitst (dispersie). Rood heeft dus de kortste golflengte en violet de langste.

De kleuren van het spectrum zijn de meest verzadigde (meest zuivere) kleuren. Deze heten wij de spectrale- of homogene kleuren omdat deze keurstralen niet meer verder kunnen worden gesplitst.

Wanneer we de regenboog zien, dan zien we de zon schijnen op heel kleine prisma's, namelijk de regendruppels, die het licht breken om door ons te worden waargenomen als een kleurrijk schouwspel.

 

© Vlaams Cultuurnet

 

 

• Kleurenleer
• Kleur
• De kleurencirkel
• De complementaire kleuren