Er bestaan vele soorten verven, elk met hun specifieke toepassing. We maken meestal onderscheid tussen twee categoriën, namelijk de watergedragen en de synthetische verven, wat duidt op het gebruikte oplosmiddel. Maar eigenlijk bepaalt niet het oplosmiddel de soort van verf, maar het bindmiddel.
Vroeger schilderde men met natuurlijke stoffen die zowel pigment als bindende eigenschappen hadden zoals bijvoorbeeld het gebruik van dierlijk bloed bij oude grotschilderingen. Later schilderde men met tempera, een verf op basis van eigeel. Daarmee werd dan op krijt- of gipsondergronden geschilderd. Doordat men de houdbaarheid van de tempera wilde verlengen begon men olie aan de verf toe te voegen. Uit dit gebruik is de basis van olieverf ontstaan. Later door de aardolie-industrie en de opkomende kennis van chemie zijn er bindmiddelen en verdunners ontstaan door aardolie-destilatie en ook andere dispersies zoals acrylaatverven.
INHOUD:
Pigment
Wat is pigment
Pigment is de kleurstof van je verf. In de speciaalhandel voor kunstenaars vind je pigmenten in de vorm van poeder. Anderzijds vind je in de interieur- verfwinkel vaak vloeibare pigmenten die reeds zijn opgelost. Meestal zijn de pigmenten voor de kunstenaar van betere kwaliteit. Ze zijn voornamelijk ook wel een pak duurder, maar dat loont. Voor die prijs heb je een schilderij waarvan de kleuren niet aftrekken door het licht. Dit heet men de lichtechtheid van het pigment.
Soorten pigmenten
Er zijn buiten deze twee vormen van pigmenten ook nog verschillende soorten van pigmenten. Je kunt ze onderverdelen in: organische pigmenten, anorganische pigmenten, synthetisch verkregen organische pigmenten en synthetisch verkregen anorganische pigmenten.
- Organische pigmenten bestaan uit een opbouw van koolstofverbindingen. Vroeger verkreeg men deze pigmenten meestal uit dierlijke of plantaardige bronnen. Heden worden deze pigmenten echter grotendeels synthetisch geproduceerd. Enkele voorbeelden van synthetische organische pigmenten zijn onder andere azo- pigmenten, phtalocyanine, alzarine of kraplak en ook quinacridone waar ook magenta word van gemaakt.
De natuurlijke organische pigmenten worden niet vaak meer gebruikt omwille van verscheidene redenen zoals de schadelijkheid voor mens en milieu en dierenmishandelingen, ook bepaalde slechte eigenschappen van pigmenten kunnen worden weg gewerkt door ze synthetisch te gaan produceren en er zijn nog tal van andere voordelen aan gebonden. Vele van de pigmenten die we nu kennen hebben nog steeds hun naam te danken aan de eertijds gebruikte natuurlijk gewonnen organische pigmenten.
- Anorganische pigmenten zijn pigmenten die van minerale oorsprong zijn. Het zijn onder andere metaalverbindingen zoals bijvoorbeeld oxides. En tevens als de organische pigmenten kunnen we ook deze onder verdelen in twee groepen, enerzijds de natuurlijke anorganische pigmenten en anderzijds de synthetische anorganische pigmenten. Enkele voorbeelden van de natuurlijke anorganische pigmenten zijn onder meer oker, siëna, omber, groene aarde, en in principe alle pigmenten die uit soorten aarde worden gewonnen. Vele natuurlijke anorganische pigmenten kunnen nu ook reeds met de zelfde benaming in synthetische vorm gemaakt worden. Enkele voorbeelden van synthetische anorganische pigmenten zijn onder andere kobalt, titaan en cadmium.
De kwaliteit van pigmenten
De kwaliteit van pigmenten hangt voornamelijk af van de lichtechtheid en de kleurkracht ervan. De kleurkracht van het pigment is afhankelijk van het soort pigment en hoe fijn het pigment werdt gemalen. Des te fijner het pigment gemalen wordt, des te hoger de kleurkracht. De lichtechtheid is de resistentie van een kleur tegenover ultraviolet licht, lichtstralen die zowel in zonlicht alsook in kunstlicht aanwezig zijn. Sommige pigmenten kunnen echter de eigenschap dragen te "verschieten" (afbreken) onder invloed van die lichtstraling.
De lichtechtheid vaststellen
De lichtechtheid wordt gemeten door middel van de wolschaal, waarbij de kleur wordt getest op acht katoenen stalen die elk langs de ene zijde met een blauw pigment van verschillende lichtechtheden worden geverfd. De geteste pigmenten worden dan aan zeer intens kunstlicht blootgesteld waarna ze worden vergeleken met de eigenschappen van het blauwe pigment, waarvan de eigenschappen goed gekend zijn. Zo word er een schaal van 1 op 8 aan de geteste pigmenten gegeven. Een wolschaal van 7-8 doelt op kleuren die onder museumomstandigheden gedurende ca. 100 jaar of meer niet zichtbaar verkleuren. Een Amerikaanse norm voor het bepalen van lichtechtheid is dan de ASTM-norm (American Society for Testing and Materials).
Bindmiddel
Het bindmiddel van de verf zorgt ervoor dat pigmenten aan elkaar worden gebonden in een verffilm. Het bindmiddel bepaald dus de kwaliteit van de verffilm. Het bepaald onder meer de krasvastheid, watervastheid, de hechting op de ondergrond en ook de hechting voor de volgende lagen. Wanneer verf word afgelengd, dan breekt het bindmiddel af en verliest de verf aan kwaliteit. Men kan werken met bindmiddel in de verf, maar men kan ook voor bepaalde technieken verkiezen om het bindmiddel er nadien over aan te brengen, dit dan in de vorm van fixatief. Ook bindmiddelen bestaan er in verschillende kwaliteiten, elk met zijn eigenschappen, voor- en nadelen.
Soorten bindmiddel
Bindmiddelen kunnen watergedragen of op olie of hars- basis zijn. Zo kunnen bepaalde natuurlijke oliën als bindmiddel worden gebruikt, synthetische oliën, natuurlijke harsen, disperties, of zelfs eigeel of melkextracten. Bindmiddelen zijn onder meer: acrylaatharsdispertie (acrylverf); lijnolie (olieverf); saffloerolie (olieverf); alkydhard (alkydverf); Arabische gom (aquarel); dextrine (plakaatverf); eigeel (tempera) enzovoort...
oplosmiddelen
Het oplosmiddel is afhankelijk van welk bindmiddel er wordt gebruikt. Het is dan ook het bindmiddel die de soort verf bepaald, niet het oplosmiddel zoals veelal word aangenomen. Oplosmiddelen zijn bijvoorbeeld water voor acrylverf, gouache en aquarelverf, white-spirit voor alkydverven, dan ook white-spirit of terpentijn voor olieverven, thinner voor emaillakken, enzovoort ...
Siccatieven
Een siccatief is een stof, meestal bestaande uit metaalverbindingen, die de verf sneller doen drogen. Deze worden vaak gebruikt in olieverven daar het bindmiddel van deze verfsoort door zijn vette eigenschap heel traag droogt. Let op bij het zelf toedienen van siccatief. Meestal is er reeds een voldoende percentage aan klaargemaakte verf toegevoegd door de fabrikant. Te veel siccatief resulteert namelijk in een omgekeerde werking, zodat de verf niet meer droogt maar kleverig blijft.
Vulmiddelen
Vulmiddelen worden soms gebruikt ter vervanging van pigment om de prijs te onderdrukken maar ook veelal ter aanvulling van de verf bij te kleurkrachtige pigmenten. Vaak zijn vulmiddelen dus van groot nut bij verven ter aanvulling of optimalisatie van bepaalde ongewenste eigenschappen van het pigment of het bindmiddel. Echter worden er ook vaak teveel vulmiddelen aan de verf toegevoegd zodat de kwaliteit van de verf zakt. Zo worden dan dure pigmenten te veel afgelengd met vulmiddel om de prijs van de verf te onderdrukken. Hoe goedkoper de verf is, hoe meer onnodige vulmiddelen er dus in zijn verwerkt. Dit kun je vaak gewaar worden bij het mengen van twee kleuren van verschillende kwaliteit. Van de goedkope verf zal men veel meer nodig hebben om de gewenste kleur te bereiken dan met een duurdere verf van hetzelfde pigment. Het pigmentgehalte is dus een belangrijke factor bij het samenstellen van een kwaliteitsvolle verf, en hoewel vulmiddel ook veelal nodig is ter bevordering van de kwaliteit, doet overmaat afbreuk een de verf. Een vaak gebruikt vulmiddel is onder meer krijt.
Aditieven
Samenvatting
Verf is een samenstelling van verschillende grondstoffen zoals het bindmiddel en het pigment, die de basis vormen van de verf. Daarnaast heb je vulmiddelen die niet enkel dienen om de verf goedkoper te maken maar meestal zelfs een meerwaarde aan de verf kunnen bieden indien ze correct worden toegepast. Ook heb je verschillende additieven die dienen om bepaalde eigenschappen van de verf te wijzigen of te verbeteren.
Aditieven zijn hulpstoffen met bepaalde eigenschappen die de kwaliteit van de verf bevorderen. Iedere fabrikant heeft zo zijn eigen aditieven. Er worden aditieven toegevoegd onder meer om de verf dikker te maken, sneller of ook trager te doen drogen, om de uitvloei te verbeteren, voor het bewaren van de verf zoals ook antioxidanten die nodig zijn om bepaalde pigmenten goed te bewaren.
© Vlaams Cultuurnet