Schilderen met olieverf

Schilderen met olieverf

Wil je leren schilderen met olieverf? Een volwaardig schilderij maken met olieverf vergt heel wat kennis van je producten en materialen. Het is een zeer oude techniek waarbij word geschilderd met pigment (de kleurstof) dat is fijngemalen in een olie (het bindmiddel) tot er een pasta word bekomen (de verf). Bij het niet gebruiken van de juiste techniek kan het kunstwerk later gaan verpoederen of zelfs gaan craqueleren. Kennis over hoe je moet schilderen is dus belangrijk!


 

TIP!

Lees de samenvattingen:

Geen zin om dit alles te lezen voor je kunt gaan schilderen?

Lees dan enkel deze kadertjes met samenvattingen die je ziet aan het einde van elke les, daar steek je reeds heel wat van op!

 

 

INHOUD:

 

 


Olieverfschilderen - Lessen voor de beginner


 

Les 1: Welke verf kies ik?

Natuurlijk wil je als beginnend schilder zo weinig mogelijk spenderen, maar je wilt natuurlijk ook goede verf voor je geld. Hoe kies ik nu goede kwaliteitsverf voor weinig geld?

verscheidene merken en kwaliteiten Olieverf kunnen met elkaar worden gemengd
Verscheidene merken en kwaliteiten Olieverf kunnen met elkaar worden gemengd.

Net zoals bij andere verf bestaan er bij olieverf drie verschillende kwaliteiten. Bijna ieder merk produceert een artiestenverf (hoge kwaliteit), studieverf (gemiddelde kwaliteit), en ten slotte nog een supermarktverf (lage kwaliteit). Een olieverf van hoge kwaliteit bevat het meeste pigment in zijn zuiverste en fijnste vorm en heeft een hoge lichtechtheid (verkleurd niet). Hoe lager de kwaliteit, hoe minder pigment er in de verf aanwezig is (word vervangen door vulmiddel), en hoe meer namaakpigmenten er worden gebruikt. Olieverf van zeer lage kwaliteit heeft meestal ook weinig of geen lichtechtheid.

Als beginner kies je het best voor een studiekwaliteit. Deze kwaliteit is in de meeste gevallen zeer aangenaam in gebruik en heeft een goede lichtechtheid. Duurdere pigmenten worden dan meestal vervangen door een mengsel van goedkopere pigmenten die dan de kleur van het gewenste pigment benaderen. Dit kun je zien doordat er "immit" of "heu" achter de kleurnaam staat. Zijn deze kleuren dan slecht? Nee, absoluut niet! De goedkopere pigmenten die hiervoor worden gebruikt zijn meestal ook goed van kwaliteit.

 

 

Enkele merken olieverf en hun kwaliteiten:

  • Royal Talens:
    1. Rebrandt is een olieverf van artiestenkwaliteit (beste kwaliteit olieverf van Royal Talens)
    2. Van Gogh is een olieverf van studiekwaliteit (prijs - kwaliteit zeer goed!)
    3. Art Creation is een olieverf van supermarktkwaliteit (overal verkrijgbaar, geschikt voor kinderen en niet professioneel gericht schoolgebruik)
  • Daler-Rowney:
    1. Artists is een olieverf van artiestenkwaliteit (beste kwaliteit olieverf van Daler-Rowney, weinig Belgische handelaars hebben deze in hun assortiment)
    2. Georgian is een olieverf van studiekwaliteit (prijs - kwaliteit zeer goed!)
    3. Graduate is een olieverf van supermarktkwaliteit (droogt twee maal sneller dan de meeste standaard olieverven)
  • Winsor&Newton:
    1. Artists is een olieverf van artiestenkwaliteit (beste kwaliteit olieverf van Winsor&Newton)
    2. Winton is een olieverf van studiekwaliteit (prijs - kwaliteit zeer goed!)
    3. Griffin is een olieverf van studiekwaliteit op basis van alkydhars, waardoor hij sneller droogt. (kwaliteit iets minder goed maar droogt sneller, niet mengbaar met andere olieverf, droogt met een sterke glans)

 

 

Prijzen van olieverf:

      En hoe zit het met de prijs van deze verschillende verfkwaliteiten? Voor een Artiestenverf mag je gemiddeld rekenen tussen de 10 en de 40 € per tube van ongeveer 40ml, al naar gelang de prijsklasse van de gebruikte pigmenten dat wordt uitgedrukt in series. Een studiekwaliteit betaal je ongeveer een 5 à 7 € voor een tube van ongeveer 40ml of ongeveer 10 € voor een tube van 200ml. Lagere kwaliteiten variëren sterk in prijs en worden heel vaak in sets verkocht.*

*bovenstaande prijzen zijn richtprijzen, gerekend op een gemiddelde van een globaal overzicht op de prijzen van de Belgische markt in 2015.

 

 

Samenvatting les 1

Er zijn 3 kwaliteiten olieverf:

  • artiesten-verf (beste, duur)
  • studie-verf (betaalbaar, goed)
  • supermarkt-verf (overal verkrijgbaar, slecht)

! Als beginner kies je (prijs-kwaliteit) het best voor een studie-verf, verkrijgbaar in elke kunstenaar speciaalzaak.

 

 

Les 2: Welke penselen gebruik ik voor olieverf?

Welke penselen zijn er geschikt voor het schilderen met olieverf? Wanneer je een kunsthandel binnenstapt zou je omwille van de ruime keuze "het bos door de bomen niet meer zien", tenzij je onderstaand artikel hebt gelezen.

      Voor het schilderen met olieverf neem je best penselen met natuurlijke haren. Synthetische penselen zijn goedkoop maar schilderen vaak stug. Je hebt keuze tussen harde haren en zachte haren. Hoe zachter de haren, hoe minder strepen ze nalaten en hoe fijner je kunt schilderen. Hoe harder de haren, hoe meer strepen je nalaat in de verf. Vaak heb je ze beide nodig voor het uitvoeren van verschillende technieken.

 

 

 

De verschillende haarsoorten van olieverfpenselen van hard naar zacht:

  • Varkenshaar penseel afgesneden of voorgesleten, ook wel "Bristle", "Gussow"(voorgesleten) of "Lyonce"(afgerond voorgesleten) genoemd. Deze penselen zijn meestal machinaal gezet en zijn zeer betaalbaar. Afgesneden haren zijn het hardst. Door ze "voor te slijten" worden de uiteinden terug fijner en zachter.
  • Varkenshaar penseel, ook wel "Bristle" genoemd. Van nature heeft varkenshaar een gespleten punt, wat goed is voor de opname van de verf en de zachtheid van het haar. Hoe fijner het varkenshaar, hoe zachter. Penselen met zeer korte varkensharen laten de meeste strepen na.
  • Runderhaar penseel, ook wel "ox-hair" (ossenhaar) of "runderoren penseel" genaamd, is een haarsoort tussenin. Het is betrekkelijk zachter dan varkenshaar, maar kenbaar harder dan marterhaar. Door zijn betaalbare prijs en veelzijdig gebruik is het een zeer aantrekkelijk penseel.
  • Marterhaar penseel, ook wel "sable", "red sable" of "pure red sable" genoemd. De naam "marterhaar" is eigenlijk misplaatst want het haar is afkomstig van de staart van een wezel. Deze haarsoort is zeer zacht, houd veel verf op en valt strak in een punt waardoor het uiterst geschikt is voor details. De prijs van het penseel hangt af van vier factoren: de zachtheid van de haren, de lengte van de haren, de zetting (haaruitval) en de zuiverheid (mengeling met andere haren). Een zuiver marterharenpenseel wordt soms aangegeven met "pure red sable".
  • Kolinsky Marterhaar penseel, ook wel "pure kolinsky" genoemd. Deze penselen zijn gemaakt van het fijnste marterhaar! Ze zijn het beste geschikt voor details. Deze haren zijn zo fijn omdat ze afkomstig zijn van wezels gekweekt in koude streken, met name in delen van Rusland, China en Mongolië. Door de koude daar krijgen de wezels niet alleen fijner haar, maar ook langere haren. Deze penselen hebben maar één nadeel: ze zijn heel duur! Toch heb je ook hier weer verschil in kwaliteiten, naargelang de afkomst, veerkracht en de lengte van de haren, vaak aangeduid in "series".

 

 

 

 

De verschillende vormen van olieverfpenselen:

De verschillende vormen van olieverfpenselenOlieverfpenselen, van welke haarsoort dan ook, heb je in verschillende vormen en maten. De nummers op de penselen geven verschillende diktes aan, soms in milimeters, inches of volgens de normen van de fabrikant. Schilderpenselen bestaan standaard in drie vormen: platte penselen, ronde penselen en kattentongen (filbert).

 

De keuze van de vorm ligt vooral bij het gebruik ervan. Zo heeft een plat penseel overal een gelijkmatige druk, en heeft het een strakke aanzet. Zo is het uiterst geschikt voor egale of gelijkmatig gestreepte vlakken. Een rond penseel heeft een zachtere aanzet en is goed voor lijnen of punten. Een filbert penseel heeft een zachte aanzet en een breed bovenvlak maar een ongelijk drukvlak van de haren. Het is een zeer veelzijdig penseel. Naast deze vormen heb je nog slepers (lang haar voor lijnen), waaierpenselen (voor het uitdassen of andere effecten), zwaardpenselen, en veel meer. De vele andere soorten zijn meestal afhankelijk van de vindingrijkheid van de fabrikant, of zijn ontworpen voor het uitvoeren van speciale ambachtstechnieken zoals marmer- of houtimitatie schilderen.

 

TIP: olieverf penselen reinigen doe je best met white-spirit of terpentijn. Na ze uit te spoelen in dit oplosmiddel reinig je ze best met zeep. Bruine zeep (ook zwarte zeep of lijnoliezeep genoemd, in vaste of vloeibare vorm) is het best geschikt hiervoor, in combinatie met warm water (handwarm).

 

 

Samenvatting les 2

penselen:

Kies voor olieverf enkel natuurlijke haren. Harde haren laten meer strepen na, zachte fijne haren zijn voor details.

  • varkenshaar penseel: hard, betaalbaar
  • runderhaar penseel: zacht/stevig, betaalbaar
  • marterhaar penseel: zacht, duur
  • kolinsky marter penseel: zeer zacht, zeer duur

- De drie basisvormen van penselen zijn: plat (recht; voor vlakken), rond (punt; voor details) en filbert (gebogen; universeel gebruik).

 

Les 3: Op welke ondergronden kan ik schilderen?

Met olieverf kun je schilderen op doek, op paneel (hout) of op papier. De ondergrond waarop we schilderen wordt de drager genoemd. Hieronder wordt elk van deze dragers besproken.

FOTO: Katoenen schilderdoeken van verschillende formaten.
FOTO: Katoenen schilderdoeken van verschillende formaten.

Schilderen met olieverf op doek? Dan heb je keuze tussen katoen of linnen. Katoen is zeer betaalbaar en fijn van structuur. Het is niet zo goed geschikt voor grote formaten (meer dan 1m²) omdat het onderhevig is aan temperatuurswisseling waardoor het doek kan gaan doorhangen. Linnen is sterker en minder onderhevig aan temperatuurswisseling en is daardoor uiterst geschikt voor grote formaten, maar het is duur. Als beginner ga je dus sneller kiezen voor katoen, maar welk katoen? Ook hier bestaan terug verschillende kwaliteiten: 1: hoe dunner het katoen, des goedkoper het doek (meer kans op scheuren, slap hangen, kan moeilijk worden her opgespannen indien het frame kromtrekt); 2: hoe lichter het frame, des goedkoper het doek (meer kans op schuin trekken); 3: hoe slechter de primmer, des goedkoper het doek (verf trekt open, komt door het doek heen, barst, bladert af). Aan dit laatste valt wat te doen: indien je dan toch kiest voor een zeer goedkope doek, zet er dan nog een extra laag gesso op van redelijke kwaliteit. Dit is een witte primmer die zorgt voor extra hechting.

 

 

 

Schilderen met olieverf op hout? Het is een uitstekende keuze! Vooraleer je met olieverf op hout schildert, breng je er best een primmer op aan. Een gesso is hiervoor zeer geschikt. Je kunt kiezen voor een paneel uit multiplex, MDF, massief hout (best geen te harshoudende soort), ... Ook kun je kiezen voor een paneel overtrokken met doek of een "canvasboard". De in de handel verkrijgbare "canvasboards" bestaan meestal uit karton en trekken daardoor krom. Deze zijn bedoeld om ingekaderd te worden.

 

 

Schilderen met olieverf op papier? Er zijn tegenwoordig heel wat soorten olieverfpapier op de markt. Ze zijn rechtstreeks uit de verpakking klaar voor gebruik, je dient er niet eens een primer meer op te zetten, hoewel het geen kwaad kan dit wel te doen. Ook kun je op gewoon papier schilderen. Je neemt dan papier van minimum 250 gram, of karton en je legt er voldoende lagen gesso op (de ene papiersoort heeft al wat meer nodig dan de andere).

 

 

Samenvatting les 3

Ondergronden:

Als ondergrond (drager) voor olieverf kun je kiezen tussen doek, paneel of zwaar papier/karton. Een te lichte of zuigende ondergrond dient eerst geprimerd te worden met een "gesso". Doeken uit de handel zijn meestal reeds voorzien van een primer.

TIP: goedkope doeken zijn vaak moeilijk te beschilderen of de verf komt door het doek heen. Dit kan worden verholpen door een extra laag gesso op het doek te smeren van betere kwaliteit (10 à 15 € voor één liter).

 

 

"Het schilderen met olieverf" - 2 technieken

Nu je weet welke verf je kunt kiezen, welke penselen je kunt gebruiken en je hebt een ondergrond klaar, kun je beginnen schilderen met olieverf. Schilderen met olieverf kun je op twee manieren doen. Het zijn twee technieken met elk zijn mogelijkheden. Een eerste techniek is het zogenaamde "alla prima schilderen" en de tweede techniek heet "gelaagd schilderen".

 

Les 4: "alla prima schilderen"

Bij "alla prima schilderen" wordt er "nat in nat" geschilderd. De verffilm krijgt geen rust om te drogen zodat alle verf nat in nat op de drager word verwerkt. Ook het mengen van kleuren kan zo zelfs op de drager zelf gebeuren. Hierdoor moet dus aan het schilderij worden doorgewerkt tot het af is, en dit in een korte tijdsspanne omdat de verf niet mag indrogen voordat het schilderij voltooid is. Hierbij word de verf puur gebruikt of eventueel verdunt met terpentijn of een in de handel verkrijgbaar schildersmedium voor olieverf. Bij voorkeur word aangeraden om voor de duurzaamheid van het schilderij slechts één soort verdunningsmiddel te gebruiken.

 

Samenvatting

les 4:

"alla prima schilderen" is een techniek waarbij men schildert tot het schilderij af is, zonder dat de verf de kans krijgt om te drogen. Men schildert "nat in nat".

 

 

Les 5: "gelaagd schilderen"

Hierbij word het schilderij opgebouwd uit verschillende lagen met voldoende droogtijd ertussen. De vorige laag mag niet meer oplossen wanneer een volgende laag word opgezet. Dit is een delicatere manier van schilderen. Hier moet men rekening houden met het principe genaamd: "vet over mager". Men begint met een magere laag, of een laag met weinig olie, en gaat bij de volgende lagen alsmaar vetter werken. Indien men eerst met een vette laag zou beginnen, dan zou de volgende laag zich niet kunnen vasthechten waardoor bij droging de bovenste laag zou gaan losbarsten.

 

Hoe wordt dit opgebouwd? Bij de eerste laag gaat men de pasteuze verf verdunnen met terpentijn of white- spirit om zo een verwerkbare verf te bekomen. Door verdamping van de terpentijn word de verf terug poreuzer zodat de hechting nog steeds optimaal is. Deze verffilm is dan wel echter te poreus om als eindlaag te dienen. Na droging van deze film kan een tweede verflaag worden aangebracht, dit maal verdunt met een in de handel verkrijgbaar schildersmedium voor olieverf of een mengsel van terpentijn en olie. Als olie kan men lijnolie gebruiken. Voor witte verf gebruikt men best saffloerolie of papaverolie omdat deze minder snel vergeeld. Deze tweede laag is door de toevoeging van olie (ook aanwezig in het schildersmedium) reeds vettiger dan de eerste waardoor de eerste laag met olie wordt gevoed.

 

De laatste laag wordt vermengd met zuiver olie of een glaceermedium zoals standolie, Venetiaanse terpentijn, alkydmedium of een door de verfproducent ontwikkeld glaceermedium. Een glacis is een transparante verflaag die dient als eindlaag en waarin bij het aanbrengen de penseelstreken uitvloeien. De penseelstreken van de onderliggende verflaag kun je er wel doorheen zien. Zijn er magere delen van het schilderij nog zichtbaar, dan worden deze ook best ingesmeerd met een olie of glacis als voedende eindlaag. Een olieverfschilderij kan ook opgebouwd worden uit meer dan drie lagen. Dan worden de verhoudingen trapsgewijs aangepast.

 

 

Samenvatting

les 5:

"gelaagd schilderen" is een techniek waarbij er in verschillende lagen wordt gewerkt. Hierbij dient men rekening te houden met het principe "vet over mager" waarbij de eerste lagen de magerste verflagen zijn (verdunt), en de laatste lagen de vetste (glacis).

 

 

Les 6: Verdunners en mediums voor olieverf

Verf rechtstreeks uit de tube is meestal een dikke smeuge pasta. Deze verf bestaat hoofdzakelijk uit pigment gemalen in bindmiddel (olie) en met een kleine toevoeging van siccatief (droogsel). Om gewenste resultaten te bereiken dient men daarom vaak gebruik te maken van oplosmiddelen (Syn.:verdunners/solventen) en verschillende schildermediums.

 

 

Oplosmiddelen:

FOTO: White-spirit en terpentijn kunnen ook in 1 liter- flessen worden aangekocht. Dit is meestal voordeliger.
FOTO: White-spirit en terpentijn kunnen ook in 1 liter- flessen worden aangekocht. Dit is meestal voordeliger.

Oplosmiddelen dienen om je verf te verdunnen of aan te lengen. De verf wordt hierdoor minder vettig. Je kunt dit doen in de onderste lagen, niet in de eindlaag omdat je dan je verf gaat afbreken waardoor je verffilm minder sterk is. Verdunners voor olieverf zijn:

  • terpentijn: klassiek natuurlijk oplosmiddel, de geur word door sommige schilders als aangenaam ervaren.
  • terpentine (white-spirit) is een aardoliedestillaat en word minder gebruikt door zijn sterke geur. Dit is wel de voordeligste.
  • citrusolie (citrusterpentijn) is een vettiger oplosmiddel dat afkomstig is uit de schil van citrusvruchten. De geur is aangenaam en houd muggen op afstand indien je buiten schildert.
  • geurarme white-spirit (reukloze terpentine) is bewerkte white-spirit met een geneutraliseerde geur. Dit wordt vooral gebruikt in scholen en workshops omdat het geen geur afgeeft. Er dient wel nog steeds goed verlucht te worden, ook al ruik je het oplosmiddel bijna niet. Let wel: koop hiervan enkel de kwaliteit die geschikt is voor de kunstschilder!

 

 

 

Schildersmedium:

schildersmedium hebben we nodig om de vloei van de verf te verbeteren en de smeuïgheid te bewaren. Bij gelaagd schilderen is het geschikt voor de middelste lagen. Ook mag het gebruikt worden in de afwerkingslaag mits de onderliggende laag niet vettiger is. Wat kan ik gebruiken als schildersmedium?

  • schildersmedium "kant en klaar": iedere fabrikant van olieverf heeft een "kant en klaar" schildersmedium op de markt. Deze bestaan meestal uit een weloverwogen mengsel van olie en hars verdund met terpentijn of white spirit en soms ook wat siccatief.
  • lijnolie, maanzaadolie (papaverolie) of saffloerolie: dit zijn standaard bindmiddelen voor olieverf. Deze kunnen worden gebruikt als medium, puur of wat afgelengd met een oplosmiddel voor olieverf. Papaverolie en saffloerolie zijn ideaal geschikt voor lichte kleuren omdat deze oliën niet of nauwelijks vergelen.
  • mengsel van alkydmedium en white-spirit: dit mengsel met alkydhars zorgt ervoor dat de verffilm duurzamer is en meer glanst. De olieverf droogt ook sneller met dit medium. Gebruik alkydmedium nooit zuiver in de middelste laag van het gelaagd schilderen. Het zuivere medium is namelijk te vettig.
  • mengsel van standolie en terpentijn of white-spirit: dit is een klassiek mengsel dat voor een uitstekende sterke verffilm zorgt. Dit schildersmedium versneld ook de droging van de verf en versterkt de glans.

 

 

 

Glaceermedium:

Glaceermedium is het vettigste medium dat dient voor de laatste lagen van het gelaagd schilderen. Het maakt de verf transparant en zorgt voor een goede uitvloeiing. Je kunt zo egale transparante lagen leggen waar je de strepen en andere details van de onderste lagen nog door ziet, bijvoorbeeld bij het leggen van schaduwen, het naschilderen van glazen voorwerpen, fijne stoffen, en veel meer. Verschillende glaceermediums zijn:

  • glaceermedium "kant en klaar": vele fabrikanten van olieverf hebben een kant en klaar glaceermedium in hun gamma. Deze zijn een samenstelling van vette oliën en harsen, elk met zijn specifieke eigenschappen. Het voordeel van deze glacis is dat ze niet vergelen en een betere verffilm bieden dan de klassieke glaceermiddelen. Ook hebben de moderne glaceermediums geen invloed meer op de droogtijd.
  • standolie is een klassiek glaceermedium verkregen uit verhitte lijnolie. Het droogt sneller dan de meeste "kant en klare" glacis. Een nadeel is ook dat het licht vergeelt en het heeft een hoge glans.
  • Venetiaanse terpentijn is een samenstelling van een natuurlijke balsem met terpentijnolie. is een klassiek glaceermedium met een zeer goede uitvloeiing, wat een prachtige overgang in kleuren mogelijk maakt. Dit glaceermedium heeft een uitzonderlijk karakter en zorgt ook voor een kortere droogtijd van de verf. Nadelen aan Venetiaanse terpentijn zijn onder andere de vergelende eigenschap. Ook draagt het medium niet bij tot de duurzaamheid van de verffilm.
  • alkydmedium is een glaceermiddel op basis van een synthetisch hars, genaamd alkydhars, gemengd met lijnolie of sojaolie en afgelengd met white spirit. Dit mengsel heeft een snel drogende eigenschap. Alkydmedium verhoogd ook de glansgraad van de verffilm, maar in iets mindere mate dan andere glaceermiddelen. Een nadeel van alkydmedium is de vergelende eigenschap door de aanwezigheid van de natuurlijke olie in het product.

 

 

 

Schilderpasta:

Schilderspasta, ook wel schildersboter genaamd, is een kleurloze olieverfpasta die dient om olieverf dikker te maken. Wanneer men dikke lagen olieverf op een doek aanbrengt, heeft men kans dat de verf bij droging gaat rimpelen, "schroeien" genaamd. Dit schroeien voorkomt men indien men de hoeveelheid verf met dezelfde hoeveelheid schilderspasta gaat mengen. Dankzij zijn bindmiddel veranderd de schilderspasta het droogproces waardoor de verf egaal in zijn massa droogt. Het droogproces gaat ook sneller met dit medium. Het nadeel van de schilderspasta is dat de verf iets matter word na droging. De verffilm behoud wel zijn duurzaamheid.

Een andere toepassing van schilderspasta is het aanlengen van verf met dure pigmenten. Zo creëer je meer verf, terwijl deze niet minder pasteus wordt.

 

 

Samenvatting les 6:

Verdunners en mediums:

- Verdunners vermageren de verf maar breken de kracht het bindmiddel af. Magere verf mag men niet gebruiken in de bovenste lagen van het olieverfschilderij.

- Schildersmedium wordt gebruikt om de verf een betere vloei te geven zonder dat de verf aan kwaliteit moet inboeten.

- Glaceermedium gebruik je in de eindlaag van je schilderij om details of transparante lagen te leggen.

- Schilderspasta gebruik je om je verf op te dikken

 

 

 

Les 7: Kleuren mengen met olieverf

Wat zijn de hoofdkleuren? "Rood, geel en blauw" zal je waarschijnlijk zeggen, en dat is juist, want zo heb je het geleerd op school of je hebt het van horen zeggen. Maar het systeem met de kleuren "rood, geel en blauw" heeft zijn oorsprong in de klassieke kleurenleer, zoals de kleurenleer van "Itten". In de praktijk verleg je je grenzen door gebruik te maken van de moderne kleurenleer. Hierbij tracht men gebruik te maken van de hoofdkleuren in hun "zuiverste" vorm.

 

Om te leren mengen volgens de klassieke kleurenleer, zie het artikel "kleuren mengen".

 

De moderne kleurenleer:

"magenta, cyaan en primair-geel" zijn de hoofdkleuren in de moderne kleurenleer.
"magenta, cyaan en primair-geel" zijn de hoofdkleuren in de moderne kleurenleer.

Denk eens aan een kleurenprinter of een verfmengmachine en sta er eens bij stil hoeveel kleuren je ermee kunt maken. Buiten zwart of wit maken ze gebruik van drie hoofdkleuren. Ken je ze bij naam? Het zijn "magenta, primair-geel en cyaan". Stel dat je dezelfde kleuren kunt gebruiken in je verf, dan kun je evenveel kleuren maken als je printer of de verfmengmachine!

Magenta is een soort roze. Indien je het mengt met een beetje geel bekom je rood. Doe je er nog meer geel bij dan bekom je oranje. Magenta met cyaan wordt lila.

Primary geel is geel in zijn zuiverste vorm. Meng je het met Magenta, dan bekom je oranje. Meng je dit geel met cyaan, dan bekom je groen.

Cyaan is blauw in zijn zuiverste vorm. Het is lichter dan de kleur die je op het eerste zicht zou aanwijzen als "hoofdkleur". Meng je cyaan met geel, dan bekom je groen. Meng je het met rood, dan bekom je lila.

 

 

kleurbenamingen kunnen verschillen van merk tot merk:

Wens je deze kleuren aan te schaffen? Dan is er veel kans dat je deze benamingen niet terug vind op je olieverftube. Ook heeft elk merk zijn eigen kleurenkaart. We helpen je even door de meest voorkomende benamingen op te noemen.

  • Magenta: primary magenta; primary rose; Quinacridonerose.
  • Primair-geel: primary yelow; jaune primaire; citroengeel; lemon yelow; Azogeel citroen; Permanent citroengeel; Cadmiumgeel citroen.
  • cyaan: primary cyaan; Ceruleumblauw.

 

 

 

Zwart & Wit:

Verder heb je nog wit en zwart nodig. Vele oudere kunstschilders beweren dat je geen zwart mag gebruiken, niets is echter minder waar. Je moet gewoon weten hoe je het dient te gebruiken. Het is waar dat je door het mengen van de hoofdkleuren met de juiste verhouding "zwart" kunt bekomen, maar dit zwart is echter nooit zo diep en intens.

 

In zwart heb je keuze tussen verschillende pigmenten. Het ene zwart is het andere niet, dit wordt duidelijk wanneer je het zwart gaat mengen. Ivoorzwart bijvoorbeeld is een koud zwart (blauwe schijn), oxydzwart is daarin tegen een warm zwart (rode schijn). Dan heb je ook nog oxidezwart met een meer okerachtige schijn.

     

    In wit heb je twee soorten: Titaanwit is dekkend wit, en zinkwit, ook wel mengwit genoemd, is een transparant wit.

     

     

    Nog meer kleuren?

    Zijn er kleuren waarvan je weet dat je ze vaak zult nodig hebben? Deze kun je dan (bij benadering) aanschaffen en kun je dan snel bijmengen tot de gewenste kleur.

    Ook steeds handig in je assortiment zijn natuurlijke aardekleuren zoals omber naturel, rauwe siena en oker.

     

     

    Samenvatting les 7:

    Kleuren:

    Schaf je kleuren aan? Begin dan met de volgende kleuren:

    • magenta (Quinacridonerose)
    • Primair geel (citroengeel)
    • Cyaan (Ceruleumblauw)
      • titaanwit
      • zwart naar keuze
    • Ook handig zijn:
    • Natuurlijke aardekleuren (omber naturel; siena naturel en oker)
    • eventueel andere kleuren die je veel wenst te gebruiken

     


    Olieverfschilderen - Aanschaf materiaal


     

    Is schilderen met olieverf een dure hobby?

    Het antwoord is nee! Je maakt het zo duur als je zelf wenst. Als beginner dien je niet onmiddellijk de duurste verf en de duurste penselen te kopen. Ook is het niet aan geraden om deze zaken in een supermarkt aan te schaffen, want door te slechte kwaliteit kun je merken dat niet alles lukt en dan verlies je de vreugde van het schilderen. Kies voor een studiekwaliteit, en een gulden middenweg in alles. Schilder je binnen drie jaar nog steeds en heb je zin om duurdere olieverf aan te schaffen, dan verzeker ik je dat je eerste tubes reeds lang op zullen zijn.

     

    Wat heb ik nodig om te starten met schilderen met olieverf?

    1. olieverf - je zult om te starten ongeveer 10 tubes nodig hebben: de drie hoofdkleuren, wit en zwart, natuurlijke aardekleuren naar keuze en kleuren die je vaak wenst te gebruiken.
    2. penselen - voor beginners zijn runderharen zeer geschikte penselen, omdat ze tamelijk zacht zijn en toch stevig, en ook zeer betaalbaar. Neem een rond penseel van 1 of 2 mm, een filbert van 8 of 10 mm en een plat penseel van ongeveer 14 à 16 mm (nummers verschillen vaak van merk tot merk). Ook kun je vaak voordelige sets kopen met varkenshaarpenselen. Schaf misschien ook een brede varkensharen-spalter aan voor grotere vlakken.
    3. oplosmiddel - koop best een fles van een liter white-spirit (al dan niet geurarm) want dit heb je ook nodig om je penselen te reinigen. Grote flessen zijn ook voordeliger.
    4. schildersmedium - dit heb je nodig om je verf vloeiender te maken.
    5. drager - je kunt kiezen voor doek, paneel of papier voor olieverf. Houd er rekening mee dat je onbehandelde ondergronden eerst dient te voorzien van een laag gesso. Doeken zijn meestal kant en klaar in de handel te verkrijgen.
    6. schilderezel - in het begin kun je misschien aan de tafel schilderen. Een handig goedkoop alternatief voor een ezel is een oude stoel waarvan de zitting is verwijderd. Indien je toch een ezel wenst aan te schaffen, let dan op de stabiliteit, het draagvlak en ook de houtsoort van de schilderezel.
    7. andere benodigdheden zijn vodden, een schilderspalet (kopen, zelf maken of een gewoon bord), een paletmes om de kleuren onderling te mengen en zeep om je penselen te reinigen

    De meeste olieverfschilders gaan van start met een budget van ongeveer 120 à 150 € (zonder schilderezel).

     

     

     


    Olieverfschilderen - Mijn schilderij vernissen


    Een oleverfschilderij kan je prima vernissen met behulp van een spalter.
    Een olieverfschilderij kan je prima vernissen met behulp van een spalter.

    Het vernissen van een olieverfschilderij is noodzakelijk voor de duurzaamheid van het schilderij. De vernislaag vertraagd het verouderingsproces, beschermt tegen allerhande vuil zoals stof, rookaanslag en teer en het bepaalt tevens de glansgraad.

    Men moet voor een kunstwerk steeds kiezen voor een verwijderbare vernis. Indien een oude vernis vuil is geworden of is vergeeld kan men die verwijderen met terpentijn. Bij waardevolle werken word het aangeraden dit niet zelf te doen omdat men als leek dan niet op de hoogte is van de staat van de ondergrond en zo schade aan het werk kan veroorzaken. Dit is dan het werk van een restaurateur.

     

    Wanneer mag ik mijn olieverfschilderij vernissen?

    Een vernislaag kan pas worden aangebracht na droging van het schilderij. Bij een gemiddeld olieverfschilderij word het aangeraden pas na een jaar een slotvernis aan te brengen. Bij schilderijen met dikke lagen olieverf dient langer te worden gewacht.

    In tussentijd kan wel reeds na drie maanden een retouchevernis worden aangebracht. De film van een retouchevernis is nog steeds poreus, waardoor het nog steeds mogelijk is om eventuele verbeteringen aan te brengen. Indien er, terwijl het schilderij nog niet af is, matte plekken (ingeschoten plekken) ontstaan kan er op deze plekken een dun laagje retouchevernis worden aangebracht zodat deze terug opleven en er terug kan worden verder geschilderd.

     

     

    Soorten vernis voor olieverf

    Vernis Is verkrijgbaar als glanzend of mat. Deze kunnen onderling worden vermengd tot de desgewenste glansgraad word bereikt. Soms kun je bij bepaalde producenten zo een mengeling verkrijgen onder de naam ‘satin’. Matte olievernis moet eerst goed worden opgeschud of omgeroerd alvorens deze kan worden gebruikt. Deze moet ook op kamertemperatuur worden verwerkt omdat het gebruikte matteringsmiddel stolt bij te koude temperaturen. Spuitbusvernis kan op deze manier verstoppen. Het is dan aan te raden om uw vernis ‘au bain marie’ te verwarmen. Zo kan het hars dat word gebruikt om de matte vernis te bekomen terug oplossen. Dan dient men alleen het mengsel nog goed te schudden voor een goede egalisering van de vernis. Indien men matte vernis met een kwast aanbrengt dient er ook rekening mee te worden gehouden dat de vernis in één enkele richting moet worden verwerkt zodat er een egale glans optreed.

     

     

    Samenvatting

    vernissen:

    wanneer vernissen?

    Na drie maanden kan er een retouchevernis worden aangebracht, pas na een jaar kan men een slotvernis aan brengen

    Hoe vernissen?

    vernissen kun je doen met een spalter, steeds kruisen en in dezelfde richting afwerken, of met een spuitbus. Je kunt kiezen tussen glanzend, mat of satijnglans. Matte en satijn vernis dient goed te worden geschud of omgeroerd voor gebruik.